Terwijl ik dit schrijf zit ik thuis en als u het leest geldt waarschijnlijk hetzelfde. De straten zijn leeg, de treinen leeg, onze kantoren zijn leeg. Was deze situatie een paar weken geleden nog ondenkbaar, ondertussen treedt er een beetje gewenning op. Een béétje, want het blijft een surrealistische, voor veel mensen onzekere periode. Met collega’s bijpraten bij het digitale koffiezetapparaat geeft de broodnodige verbinding en ik ben onder de indruk van de veerkracht en het aanpassingsvermogen die ik bij iedereen zie. Bij afspraken in onze agenda zetten we niet langer de namen van vergaderzalen of adressen van externen, maar Zoom, Microsoft teams, Whatsapp of Skype.
Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn; het is geen eenvoudige opgave om het gewone werk te combineren met thuisonderwijs aan je kinderen, boodschappen doen voor je oude buurman, beeldbellen met je moeder en eventuele zorgen over de gezondheid van je naasten. Het helpt om mild te zijn, naar onszelf en naar anderen; als projecten vertraging oplopen, dan is dat geen individuele, maar gezamenlijke verantwoordelijkheid. We plaatsen nu nog steeds bewegwijzering, ook onze opdrachtnemers werken vooralsnog stug door. Maar naar wegbeheerders kunnen we niet garanderen dat alles precies volgens planning blijft verlopen, zeker nu de scholen tot 28 april dicht blijven. Ook andere beperkende maatregelen blijven tot die tijd, en misschien nog wel langer, van kracht.
Getallen moeten kloppen
Nu we niet naar elkaar toe kunnen lopen om even iets te vragen of checken, nu we op afstand moeten inloggen en alle informatie digitaal voorhanden moeten hebben om ons werk te kunnen doen, wordt nog één ding kraakhelder: hoe belangrijk het is dat we onze datasystemen op orde hebben. Het hebben van een actueel, betrouwbar en compleet databestand behoort tot onze wettelijke taken. Bij het maken van nieuwe bewegwijzeringsplannen moet je erop kunnen vertrouwen dat het databestand actueel is. Dat is nu lang niet altijd het geval. Dan zegt ons systeem dat bord A op locatie B staat en blijkt de situatie in de werkelijkheid allang weer anders. Of dat een bord aan het eind van zijn levenscyclus is, terwijl het onlangs nog vervangen of hersteld is. Dat geeft geen vertrouwen, geen houvast. Projecten duren daardoor nodeloos langer en vallen duurder uit. En last but not least is het aantal borden bepalend voor het tarief dat wegbeheerders ons betalen. Dan moeten die aantallen wel kloppen natuurlijk.
Hand in eigen boezem
Het hand in eigen boezem-traject is voor mij een tijdje geleden begonnen met het begrijpen hoe deze situatie is ontstaan. Met de totstandkoming van de Nationale Bewegwijzeringsdienst zijn verschillende databestanden in één en hetzelfde systeem gezet en daarmee is vervuiling ontstaan. Oude data werden zichtbaar en nieuwe juist niet. Afspraken met wegbeheerders over hoe en wat er wel en niet in het bestand mag, blijken niet afdoende. Ondanks diverse opschoningsacties blijft de wanorde. In het afgelopen jaar is hard gewerkt om het hele bestand te analyseren. We hebben een steeds beter beeld van wat er nodig is om de boel recht te trekken. Binnenkort laten we, al dan niet op afstand, aan wegbeheerders via een zogeheten dashboard zien wat ieders actuele stand van zaken is. Pas als we het eens zijn over het startpunt, kunnen we gezamenlijk optrekken naar de finish.
Wederzijds afhankelijk
Data op orde betekent ‘ABC’-en; het actueel, betrouwbaar en compleet maken alle data. Met een fundament dat klopt, kunnen we bouwen aan een systeem waar we niet alleen nu, maar ook in de toekomst op kunnen vertrouwen. Om de database op te schonen én schoon te houden, is ieders inzet nodig. Alle wettelijke criteria voor bewegwijzering zijn opgenomen in het dashboard, zo is het straks voor alle bijna 400 wegbeheerders direct inzichtelijk of ze nieuwe data correct invoeren of dat er nog informatie ontbreekt.
We zijn afhankelijk van elkaar wil dit systeem werken. In die zin lijkt het een beetje op wat er nodig is om de coronacrisis het hoofd te bieden; we hebben individuele inzet en een gezamenlijke verantwoordelijkheid nodig om het probleem te tackelen. Samen, en alléén samen, staan we echt sterk.