Een nieuw stuk snelweg van ruim 40 kilometer lang waar niet alleen Rijkswaterstaat en twee provincies, maar ook 8 gemeenten en 3 waterschappen bij betrokken zijn. Een geheid hoofdpijndossier? Alles behalve dat, zeggen betrokken partijen waaronder de NBd. ‘Je moet er wel samen uit wíllen komen.’
Ergens halverwege het gesprek deelt Sander Schoorl, projectleider dynamisch verkeersmanagement bij bouwbedrijf Heijmans, zijn scherm. Er plopt een voor een leek tamelijk onbegrijpelijke brij aan vakjes, data, kleuren en verwijzingen naar voren. Het is het tijdwegdiagram van het project Verbreding A1 Apeldoorn-Azelo, een van de belangrijkste oost-westverbindingswegen in ons land. De doorstroming stagneert daar al jaren door toenemend vrachtverkeer.
Hier verzorgt Heijmans voor Rijkswaterstaat de uitbreiding van ruim 40 kilometer snelweg tussen Twello en Azelo in beide richtingen, inclusief aanpassing aan viaducten, bruggen en aansluitende wegen. ‘Voor ons is het op deze manier in één blik helder wie waar op welk moment aan het werk is’, legt Sander uit. ‘Ik wilde de plaat laten zien om een beeld te schetsen van de omvang van het project. Voor een klus van deze omvang met zoveel partijen die betrokken zijn, is het toch extra bijzonder te noemen dat alles zo soepel is gegaan.’
Partijen vroeg betrekken
Bijzonder. Dat is het woord dat meer mensen gebruiken om de samenwerking tussen de diverse partijen in zowel de ontwerpfase als de uitvoering te omschrijven. Mede door de lengte van het traject zijn veel stakeholders bij het project betrokken. Zo hebben naast opdrachtgever Rijkswaterstaat ook de provincies Gelderland en Overijssel, acht gemeenten en drie waterschappen belang bij een soepele uitvoering. Om de ingrediënten achter dit ‘succesrecept’ te achterhalen, spreken we naast Sander met Freddy Kruitbos (technisch adviseur Rijkswaterstaat), Maarten van Dijck en Tonny Arissen, respectievelijk omgevingsmanager bij Heijmans en RWS.
Alle vier hebben ze de samenwerking met elkaar en de NBd als prettig ervaren. De NBd was betrokken in de persoon van Hans Linthorst, die in het hele proces als een schakel tussen uitvoerders en klant fungeert. ‘Eigenlijk heeft Hans er amper werk aan gehad, en dat is een goed teken’, lacht Sander. ‘Als aannemer waren we al vóór de uitvoering betrokken.
Toen we instapten, werkten we met versie 3 of 4 van het ontwerpplan en uiteindelijk zijn we met versie 7 aan het werk gegaan. In die versie hebben we onze expertise al kunnen inzetten. Vaak krijgen we bij de uitvoer een volledig dichtgetimmerd ontwerp en kunnen we dan pas zeggen wat lastig uitvoerbaar is. Dat zijn we nu voor geweest. Dat had twee grote voordelen: we voelden als uitvoerende partij commitment bij het uiteindelijk ontwerp – we hadden immers zelf meegepraat en het voelde dus meer ‘eigen’ – én de uitvoering verliep bovengemiddeld efficiënt. Door de tijd te nemen in de afstemming vooraf, hebben we in de uitvoering amper vertraging of meerwerk gehad.’
Puzzel
Schoenmaker, blijf soms ook níet bij je leest. Zo zou je het adagium van zowel Sander als Freddy kunnen omschrijven. Freddy: ‘Als technisch adviseur was ik ook betrokken bij de planning. Dat is niet altijd gebruikelijk, maar wel gewenst bij een project van deze omvang. Ik had veel tijd om inhoudelijk mee te kijken en te helpen bij de afstemming tussen de partijen.
Ik was inhoudelijk betrokken en blééf dat ook tijdens de uitvoering. Neem de portalen; over het gehele traject staan er zo’n 70 nieuwe portalen over de weg. Vanuit ontwerp zeiden we: we willen zo min mogelijk portalen om een rustig wegbeeld en zo min mogelijk vertroebeld landschap te creëren. De portalen worden zowel gebruikt voor bebording – waar de NBd over gaat – als signalering – de taak van de verkeerscentrale.
Idealiter wilde we één portaal voor zowel bebording als signalering, en dan ook over beiden weghelften. Omdat er voor zowel bebording als signalering wettelijke richtlijnen zijn, was het soms een enorme puzzel en kon het schuren. In een paar sessies zijn we voor uitvoering alle knelpunten langsgegaan, om discussie in de uitvoering te voorkomen. In nauw overleg met elkaar heeft soms signalering en soms bebording prioriteit gekregen. En ja, soms moest ik zeggen: doe maar een portaal extra dan. Omdat het anders gewoon niet rond te krijgen was. De wil om er samen uit te komen, zoeken naar wat er wél kan; dat was wel echt onmisbaar in dit traject.’
Tonny herinnert zich nog dat gemeenten ook allerlei aanvullende wensen hadden zoals verwijzingen naar toekomstige bedrijventerreinen. Dankzij collega Paul Bontje (inmiddels met pensioen) is dit tijdig opgehaald en ingepast.
Robuust is veilig
Volgens Freddy heeft ook de NBd zich hierin flexibel opgesteld. ‘Zij moesten uiteindelijk knopen doorhakken. Als je te maken hebt met externe partijen kan dat spanning opleveren. Toch is het gelukt beslissingen te nemen mét draagvlak van alle betrokkenen. Dat zorgde ervoor dat er niks stagneerde.’
Dat alles zo soepel verlopen is, komt volgens Sander ook door andere omstandigheden. ‘We kregen sommige dingen ook wel op een presenteerblaadje aangeleverd. Het allergrootste deel van die 40 kilometer was nieuwbouw. We hoefden niet eerst te slopen, geen tijdelijke voorzieningen in te stellen, hadden letterlijk én figuurlijk de ruimte. De fasering was ruim, daardoor kon iedereen rustig zijn werk doen, niemand hijgde in elkaars nek. Hadden we een vergelijkbaar groot project rond de Ring Utrecht moeten doen dan was het wel een ander verhaal geworden.’
Volgens Maarten Dijck, omgevingsmanager bij Heijmans, is dat ook een van de redenen dat het voor personeel een ‘heel relaxed project’ was. Maarten: ‘Veertig kilometer doe je niet in één keer. Een robuuste fasering is belangrijk. Robuust betekent veilig voor weggebruikers, dat ze precies weten hoe ze moeten rijden, maar ook veilig voor werknemers. Zij konden hun werk doen terwijl het verkeer op veilige afstand was, het oude materiaal werd pas verwijderd als het nieuwe geplaatst was.’
De juiste mensen aan elkaar koppelen, helder en transparant communiceren, korte lijntjes, een stabiel ontwerp met robuuste fasering en oplossingen op maat waar nodig: dat zijn volgens Freddy de belangrijkste ingrediënten die het samenwerkingssucces van project A1 vormen. Freddy: ‘En tijd. Voldoende tijd. Er zat niet zo’n druk op de ketel, waardoor we écht de tijd hebben kunnen nemen. Voor de planning, maar ook voor elkaar; investeren in de onderlinge relatie betaalt zichzelf uiteindelijk áltijd terug.’
