Spring direct naar de hoofdnavigatie, de zoekfunctie of de inhoud

‘Er zit zoveel kennis en kunde bij de NBd’

Tot de wethouder haar als stuurgroeplid naar voren schoof, had directeur Duurzame Stad in Tilburg, Marianne Linde, ‘eerlijk gezegd nog nooit van de NBd gehoord’. Nu zegt ze: ‘Er ging een wereld voor me open. Nu zie ik hoe ingewikkeld en tegelijkertijd belangrijk de processen achter fysieke bewegwijzering zijn.’

De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle alliantiepartijen. Samen sturen zij de NBd aan. ‘De meeste nieuwe leden worden gevraagd zodat de stuurgroep alle facetten van het werkterrein van de NBd bestrijkt’, vertelt Marianne Linde, sinds begin 2021 stuurgroeplid namens de grotere gemeenten. ‘In Tilburg houd ik me bezig met de duurzame stad. Denk aan het verduurzamen van gebouwen, het verminderen van emissies, het vergroenen van de openbare ruimte, maar ook maatschappelijk gewenste routeringen en snelfietsroutes.’

‘Eigenlijk was er al best veel overlap met het werkgebied van de NBd. Toen ik de eerste gesprekken had ter oriëntatie, kreeg ik snel door hoe belangrijk het werkveld is. En wat voor zooitje het wordt als het níet goed geregeld is. Iedereen die ooit met de auto in Frankrijk is geweest, weet wat ik bedoel.’

Op orde
Marianne: ‘Ik ben echt onder de indruk geraakt van hoe we het in Nederland georganiseerd hebben. Tuurlijk, het kan áltijd beter, maar we hebben het goed voor elkaar. Wegbeheerders hebben veel vragen en ideeën hoe het beter kan. Kan het niet sneller, goedkoper, anders?’

‘Als stuurgroep inventariseren we behoeften en wensen en brengen die in bij de vergaderingen met de directie. In het jaar dat ik in de stuurgroep zit, hebben we vooral naar de interne organisatie gekeken. Daarin zijn er echt grote stappen gezet: het beheer van de financiën is een stuk beter geworden en ook het portfoliomanagement is beter op orde.’

Groeien in bescheidenheid
Het is voor Marianne nog zoeken naar de invulling van haar rol, vertelt ze. ‘Ik vertegenwoordig grote steden, maar ik merk dat ik nog niet altijd beeld heb van wat er precies bij anderen speelt. Ik vraag wel bij de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten, red.) wat er speelt, maar het zit nog niet in mijn hoofd dat ik namens álle gemeenten een rol speel.’

‘Er zijn ook zulke grote verschillen over de visie, alleen daarom al moet ik bescheiden zijn in wat ik daar als een persoon kan betekenen. We leven in een netwerksamenleving, daarin ben ik slechts een passant. Op dit moment is mijn ervaring en expertise hier nodig, over drie jaar zijn er weer andere dingen nodig. Daarom is het belangrijk dat er nieuw bloed door een organisatie blijft stromen. Je moet jezelf niet te belangrijk maken.’

Politieke emoties
Als geograaf promoveerde Marianne op een model om de woningmarkt mee te voorspellen. Een wetenschappelijke carrière lag in het verschiet, maar paste niet bij haar doelen en ambities. Ze belandde via RWS bij het RIVM, waar ze bijna een kwart eeuw ‘bleef hangen’ als manager en beleidsadviseur. De liefde bracht de op de Veluwe geboren Marianne naar Brabant, waar ze voor het eerst bij een politiek-bestuurlijke organisatie ging werken.

‘Het is de moeilijkste baan die ik tot nu toe had’, zegt ze daarover. ‘Het is dynamisch met zoveel verschillende mensen, belangen en omstandigheden. Dat maakt het uitermate boeiend maar ook inherent onvoorspelbaar. In al mijn banen overheerste de ratio, nu spelen politiek-gestuurde emoties een belangrijke rol. Zeker in deze tijd is dat soms een hele opgave.’

Digitale tweeling
Nog twee jaar zal Marianne zich inzetten binnen de stuurgroep van de NBd als vertegenwoordiger van de alliantiepartners. In een jaar tijd is ze al heel anders gaan denken over fysieke bewegwijzering. ‘Waar ik eerst dacht: ‘ouderwets!’, zie ik nu echt de meerwaarde van fysieke bebording, júist als bevestiging van gepersonaliseerde digitale navigatie. Er zullen altijd mensen zijn die fysieke herkenningspunten in de echte wereld nodig hebben om veilig van A naar B te reizen. Dat is nu zo en zal in de toekomst niet anders zijn.’

‘De geüpdatete database gaat straks wegbeheerders enorm helpen bij de digitale routering van zowel personen als goederen. Er zit zo veel kennis en kunde binnen de NBd op dit vlak, de organisatie verliest voorlopig niet aan relevantie. Er zal altijd een verbinding blijven tussen de bebouwde ‘echte’ omgeving en de zogeheten ‘digital twin’, een digitale kopie van de gebouwde omgeving.’