Data en systemen zijn dienend aan mensen, niet andersom, zegt NBd-relatiemanager Miranda Langhout. Als econoom zet ze haar kennis over automatisering én haar jarenlange ervaring in het bedrijfsleven in om de relatie met wegbeheerders te verbeteren en te werken aan vernieuwingen die de toekomst van bewegwijzering zullen kleuren.
Als je de cv van Miranda Langhout (52) – sinds een jaar relatiemanager bij de NBd – overziet, zou je zo maar kunnen denken dat het een onsamenhangende lappendeken is van boeiende, maar weinig verwante banen. In willekeurige volgorde was ze manager bij de Belastingdienst, consultant voor het bedrijfsleven, hr-manager en trainer. Voor wie verder kijkt, is de rode draad direct zichtbaar: voor Miranda, die binnen haar studie economie koos voor een master in bestuurlijke informatiekunde, moeten systemen dienend zijn aan mensen. ‘Wat heeft de organisatie nodig aan informatie en hoe kunnen IT en processen een bedrijf helpen zich beter te organiseren en mensen te faciliteren? De kunst is om je niet blind te staren op de ‘koude’ data maar vooral het grotere geheel te blijven zien.’
Zo om de paar jaar begint het bij Miranda weer te kriebelen, dan gaat ze naar vacatures neuzen. ‘Deze baan kwam mijn inbox inrollen, zo simpel kan het zijn. Er stond een telefoonnummer bij, ik belde en kreeg toenmalig directeur Sabine Kern aan de lijn. Ik vroeg haar of het wel zin voor mij had om te reageren aangezien ik geen achtergrond in mobiliteit heb. Dat ik nu met jou spreek, bewijst dat dat geen belemmering was. Dat komt vooral door de kennis en ervaring die ik wél meebreng: van het opbouwen en onderhouden van klantrelaties tot het inventariseren en analyseren van doelstellingen, ontwikkelingen, behoeften en belangen en die vertalen naar gezamenlijk gedragen en praktisch haalbare oplossingen. Ik maak snel nieuwe dingen eigen, begrijp wat er speelt en zie altijd wel mogelijkheden tot verbetering.’
Tastbaar product
Beginnen aan de vooravond van een pandemie: Miranda’s start bij de NBd verliep anders dan ze had gehoopt want ze had ‘juist zo’n zin om bij iedereen langs te gaan’. ‘Toch heeft het ook voordelen dat vele thuiswerken. Zo is het nu mogelijk om op één dag mensen in de uithoeken van het land te spreken zonder reistijd.’
Als relatiemanager bij de NBd is Miranda samen met collega Piet Stolk het directe aanspreekpunt voor wegbeheerders. Ze hebben Nederland grofweg doormidden gehakt; Miranda werkt in Noord-Holland, Utrecht, Flevoland, Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen – Piet doet de rest. ‘Het is geweldig om met een primair proces van een tastbaar product als bewegwijzering bezig te zijn. Het is een praktische, kleine club en de lijnen met onze klanten zijn kort.’
‘Piet en ik staan te popelen om naar wegbeheerders toe te gaan’, vervolgt ze. ‘We trekken daarin samen op met de portfoliomanagers. Zij zijn aanspreekpunt voor operationele zaken en concrete projecten, wij werken meer projectoverstijgend aan langetermijndoelen en bredere mobiliteitsthema’s. Wij brengen signalen van buiten naar binnen en hebben dus overal en altijd onze voelsprieten uit. Wat zijn ontwikkelingen en behoeften in de markt? Hoe kan de NBd haar dienstverlening verbeteren? Welke informatiebehoefte leeft er bij wegbeheerders? Wat zijn de ontwikkelingen en trends?’
‘Wegbeheerders zijn onze belangrijkste doelgroep, maar we doen meer. Zo zitten Piet en ik beiden in Team Vernieuwing, waar we werken aan innovaties op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. Ja, op dat laatste punt kan ik zéker mijn kennis en ervaring op dat gebied kwijt. Het is enorm bevredigend dat ik dat op deze manier kan inzetten. Je zou kunnen zeggen dat relatiemanagers de schakel zijn tussen het nu en straks.’
Versobering
Miranda vindt het boeiend om na te denken over de bewegwijzering van de toekomst en de plek van fysieke bewegwijzering daarin. ‘Het is laveren tussen korte en lange termijn. Aan het einde van de levenscyclus van bewegwijzering is het verleidelijk te denken; hebben we dit object straks wel nodig als er steeds minder bewegwijzering langs de weg staat? Toch schrijft de richtlijn vervanging voor en het is ook niet zomaar mogelijk om één of meerdere wegwijzers weg te laten. Dat kan onlogisch klinken, maar je kunt een bestaand systeem niet gaan vervangen als er nog geen zicht is op hoe het er straks uitziet. Dát het gebruik van navigatiesystemen en de opkomst van smart mobility gevolgen heeft voor fysieke bebording is evident. Maar pas als helder is hoe dat er dan uit gaat zien, kan je stappen naar versobering zetten.’
Rijke schat
De database van de NBd is volgens Miranda potentieel een rijke schat aan informatie waar onder meer overheden en serviceproviders van navigatiesystemen hun voordeel mee kunnen doen. Miranda: ‘We hebben daar eerst nog wat huiswerk te doen om de data van de bijna 100.000 objecten onder ons beheer op niveau te krijgen. Als die kwaliteitsslag op orde is, levert dat voor zowel de wegbeheerder als de NBd winst op. Precies weten wanneer welke bewegwijzering waar geplaatst is en wanneer het dus aan vernieuwing of vervanging toe is, maakt het makkelijk om beleid en dienstverlening daarop af te stemmen.’
‘Dan kunnen we ook overwegen om onze data verder uit te breiden. Zo zou het mogelijk voordelen opleveren als we de maatschappelijk gewenste routeringen die ten grondslag liggen aan de fysieke bewegwijzering kunnen digitaliseren. Daarover ben ik samen met mijn collega’s van Team Vernieuwing in gesprek met onze contacten bij landelijke dataknooppunten, initiatiefnemers op het gebied van mobiliteitsdata en samenwerkingsverbanden rond digitale begeleiding, serviceproviders en natuurlijk de wegbeheerders zelf.’
‘Zou dit wegbeheerders helpen bij het opstellen van hun netwerkvisies en mobiliteitsplannen? Kunnen navigatiesystemen rekening houden met deze routes en zo het verkeer op ongewenste plaatsen beperken? Kunnen we voorkomen dat navigatiesystemen een andere richting adviseren dan de bewegwijzering en daarmee verwarring bij weggebruikers verminderen? Relevante vragen die interessante gesprekken opleveren en input voor de toekomst over hoe de NBd kan bijdragen aan de begeleiding van weggebruikers van A naar B.’